In Oosterwold vindt momenteel grootschalig archeologisch onderzoek plaats in het oostelijk deel van Veld A (deelgebied 1A) en in Veld P (deelgebied 1B) . Het doel is om de aanwezige archeologische vindplaatsen in de ondergrond op te sporen en te waarderen. Archeologische vindplaatsen die het behouden waard zijn, worden in kaart gebracht en beschermd. Volgens het gemeentelijk beleid, mogen ter plaatse van deze vindplaatsen geen bodemverstoringen plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van heien, vergravingen en dergelijke. De velden van het Rijksvastgoedbedrijf waarnaar wordt verwezen in de tekst, vind je op de ABCD-kaart.

Vindplaatsen vroeg in beeld

De gemeente Almere heeft in samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf ervoor gekozen om zo veel mogelijk voorafgaand aan de verkoop van kavels het archeologisch onderzoek collectief uit te laten voeren namens de (toekomstige) initiatiefnemers. Zodoende komen de archeologische vindplaatsen vroeg in beeld en is het mogelijk ze in te passen. Stadslandbouw kan bijvoorbeeld vaak wel op archeologische vindplaatsen worden uitgeoefend. Voordeel van het collectieve onderzoek is ook dat de kosten voor de initiatiefnemers lager zijn.  

Vanaf het moment dat de gebiedsorganisatie Oosterwold ADC Archeoprojecten de opdracht gaf om het nieuwe archeologisch onderzoek uit te voeren, zijn de initiatiefnemers van Veld A in de wacht gezet. Wanneer de resultaten van het archeologisch onderzoek bekend zijn, kunnen de initiatiefnemers weer stippen en intekenen en verder met het ontwikkelen van hun bedrijfskavels. Naar verwachting is dat begin 2023. Het andere onderzoeksgebied, Veld P in deelgebied 1B, is nog niet in verkoop. De verkoop van Veld P1B wordt voorbereid en verwachten we medio 2023 te publiceren. 

Wat merk je van het onderzoek?

Op de nog niet onderzochte percelen van het Rijksvastgoedbedrijf in deelgebied 1 wordt de aankomende jaren het archeologisch onderzoek gefaseerd uitgevoerd:  

  • Op elk perceel start het onderzoek met een verkennende fase.  Hierbij stelt ADC Archeoprojecten restanten van de voormalige rivier de Eem en latere rivierlopen vast (stroomgeul of -gordel). Ook bepaalt zij of deze in potentie archeologische vindplaatsen bevatten. Dit onderzoek vindt plaats door middel van mechanische grondboringen (aqualockboringen). Met een grote boormachine zet ADC de boringen in een grid van 40×40 m; 
  • Afhankelijk van de bevindingen volgt een karterende fase waarbij gericht gezocht wordt naar aanwezige vindplaatsen op deze stroomgordels. Dit onderzoek vindt plaats door middel van mechanische grondboringen (avegaarboringen) in combinatie van proefsleuven.  
  • Wanneer meer informatie nodig is, waardeert ADC-vindplaatsen tot 1,5 m diepte door middel van proefsleuven op basis van hun conservering, gaafheid en informatiewaarde.

Swifterbantcultuur

In de ondergrond van Veld A ligt de oude stroomgeul van de Eem. Aan weerszijden van de geul bevinden zich goed ontwikkelde oeverwallen. Dit waren de droge zones langs de geul. Hierop kunnen archeologische vindplaatsen van de Swifterbantcultuur worden aangetroffen (5.000-4.000 v. Chr.). De Swifterbantcultuur verwijst naar een bevolkingsgroep in Noordwest Europa die archeologisch bekend staat om de transitie van jagers/verzamelaars naar landbouw, domesticatie van dieren en productie van aardewerk. Het zijn de eerste boeren. Vindplaatsen van de Swifterbantcultuur op oeverwallen zijn in Zuidelijk Flevoland bijzonder zeldzaam. Recent is de eerste intacte vindplaats aangetroffen in de oksel A6/A27.  

Bijzonder is dat de hoogste delen van de oeverwallen in Veld A al binnen een meter onder het huidige maaiveld liggen. Dat betekent dat ze efficiënt met gravend onderzoek opgespoord kunnen worden. De te verwachten vindplaatstypen op de oeverwallen variëren van jachtkampen, woonerven met akkers en grafveldjes, tot kano’s en visfuiken in de geul.

Wij houden je op de hoogte!

Op voorhand kunnen we niet voorspellen hoeveel vindplaatsen en wat voor soort vindplaatsen er worden aangetroffen. Een eerder collectief onderzoek uit 2016-2020 (deelgebied 1A: kavels A-J) leverden in ieder geval veel archeologische vindplaatsen op uit de midden- en late steentijd (8800-2000 v. Chr.). Deze vindplaatsen zijn ondertussen bijna allemaal ingepast in de huidige verkaveling. We verwachten dat ook tijdens het nieuwe onderzoek vindplaatsen uit deze periode worden aangetroffen. Door het gravend onderzoek verwachten we ook archeologische vondsten en sporen van vindplaatsen tot 1,5 m diepte te kunnen documenteren en tentoonstellen aan bewoners en bezoekers. Zo gauw er iets bijzonders wordt aangetroffen, doen we in de nieuwsbrieven daarover verslag. Ook zijn wij van plan om open dagen te organiseren waar je van harte welkom bent om zelf het archeologische graafwerk te bekijken. 

De velden van het Rijksvastgoedbedrijf waarnaar wordt verwezen in de tekst, vind je op de ABCD-kaart.