Zo’n 40 Oosterwolders gingen 13 oktober 2018 tijdens de Dutch Agrifood Week in de stadskas met elkaar in gesprek. Ze wisselden hun eerste ervaringen uit en bespraken de kansen en mogelijkheden voor stadslandbouw in Oosterwold. Ook ontstonden al ideeën voor samenwerking tussen bewoners en ondernemers. De bijeenkomst begon met een inleiding over stadslandbouw en met welke achterliggende visie Oosterwold tot stand is gekomen.

Verkenning
Alle deelnemers zijn enthousiast over het ontwikkelen van stadslandbouw op hun kavel, maar er zijn ook vragen. Vooral toekomstige bewoners zijn nog zoekende: Wat wordt precies onder stadslandbouw verstaan? Heb ik er wel genoeg tijd voor naast mijn baan? Kan ik mijn perceel uitlenen als ik te oud wordt? Er blijkt veel behoefte aan het uitwisselen van ideeën waarbij ook het sociale aspect belangrijk is. 

Oosterwold biedt een combinatie van landschap, verbinding en diversiteit. Met stadslandbouw staan de initiatiefnemers nog maar aan het begin. De bodem is al vruchtbaar en goed onderhouden door stichting ERF die biologische landbouw bedrijft, maar er kan wel meer organisch materiaal aan worden toegevoegd. Stadslandbouw biedt de stad Almere de kans om te laten zien dat het in Oosterwold anders kan: dat je genoeg productie kunt maken met de juiste extensieve systemen. Daarmee kan Oosterwold een inspiratie vormen voor andere urbane gebieden in Nederland en elders. 
Voor sommigen deelnemers aan de dialoog biedt Oosterwold de kans om wat er mis is met de mondiale voedselproductie, hier anders aan te pakken. ‘Ik hoop dat de menselijke maat terug komt. Een local community, met agrarisch gerelateerde productie, een economie die efficiënt en kleinschalig is.’ ‘Waak voor te veel verplichtingen. Laat iedereen dat voor zichzelf bepalen.’ 
Oosterwold kan volgens de deelnemers niet 100% zelfvoorzienend worden. Denk aan voorzieningen als een ziekenhuis: ‘Het gaat in essentie om verschillende vormen van dienstverlening die je kleinschalig en lokaal kunt organiseren. Die dienstverlening kan zo effectiever en plezieriger functioneren.’

Dialoog in de stadkas op het forum voor Rabobank Dichterbij, Feenstra Fotografie

Wat is er nodig?
Om stadslandbouw tot een succes te maken zijn er al ideeën voor het starten van een fysieke markt. Uitwisseling van producten gebeurt eerst met je straat, misschien later ook Oosterwold breed of voor heel Almere. Voordeel van een markt is dat je elkaar leert kennen én directe invloed hebt op de lokaal geproduceerde producten. Ook blijkt er behoefte aan een online platform. Dit brengt vraag en aanbod van goederen en diensten bij elkaar. Online kun je veel mensen tegelijk bereiken. Dit platform is ook geschikt om elkaar te informeren over wat je wilt gaan verbouwen en of je hierin eventueel versterking zoekt. Zo voorkom je dat initiatiefnemers elkaar in de weg gaan zitten en versterk je samenwerking. Kennis- en informatie uitwisseling en het eventueel uitwisselen van gewassen en zaden zijn nodig om de kwaliteit van de stadslandbouw te verhogen. Zo nemen de mogelijkheden voor zelfvoorzienendheid in het gebied toe. 

Over de vraag of de gemeente meer regie moet nemen bij stadslandbouw wordt verschillend gedacht. Sommige deelnemers willen dat de gemeente meer regelend of handhavend optreedt en bijvoorbeeld de regie neemt bij het oprichten van een landbouwcoöperatie. Anderen hebben meer vertrouwen in de vrije markt. 

Oosterwold ziet er over 10 jaar idealiter uit als een gebied waar je elkaar kent en waar alles bespreekbaar is. Er is al een calamiteiten app opgezet en de plannen voor een krant zijn in een vergevorderd stadium. Oosterwold is ook een sociaal experiment waar vrijheid wordt geboden om nieuwe ideeën uit te proberen. 

Een aantal bewoners, heeft aangegeven zelf – en in samenwerking – aan de slag te gaan met de uitkomsten en actiepunten uit de dialoog. Daarmee kijken we terug op een zeer geslaagde middag.

Het idee voor het faciliteren van deze dialoog ontstond vanuit de Rabobank na gesprekken met bewoners. De bank heeft hierin de samenwerking gezocht met Team Oosterwold, Aeres Hogeschool Almere en Wageningen University & Research.