Het was volle bak in de stal van Stadsboerderij Vliervelden op 10 mei jongstleden. Het gebiedsteam Oosterwold informeerde de aanwezigen over de doorontwikkeling van Oosterwold op basis van de opgehaalde voorstellen en het voortschrijdende inzicht. Het ging over de ruimtelijke structuur en ontwikkelvarianten voor deel 2 en aanpassingen van spelregels voor onder andere stadslandbouw, voorzieningen en het uitgifteproces. Nog een keer terugkijken wat er is besproken? Lees de presentatie van de 2e Grote Oploop (pdf, 6,488 Mb) of kijk de bijeenkomst terug op YouTube.

2e Grote Oploop 2

Korte notulen van verhelderende vragen

Aanwezig ca 120 personen:

  • 30 – 40 bewoners
  • 10 – 12 ontwikkelaars
  • 7 agrariërs (grondeigenaren)
  • 20 ambtenaren Almere/Zeewolde (4 Zeewolde)
  • Enkele belanghebbenden zoals afgevaardigden van nutsbedrijven e.d.
  • Enkele raadsleden Almere en Zeewolde en een statenlid

Onderdeel: Presentatie uitkomsten werksessies

Vragen rond wat deze uitkomsten gaan betekenen voor deelgebied 1a:

  • We hebben geleerd van 1a, dat gaan we toepassen verderop in deelgebied 2, maar welke lessem gaan we toepassen in 1a zelf? Want bijv. het denken op schalen wat hier wordt toegelicht kan daar ook goed van toepassing zijn.

We gaan eerst aan de slag met deelgebied 2. Zonder staande afspraken overboord te gooien, willen we met de lessen die we kunnen meenemen in deel 1 gaan experimenteren in deel 1b. In 1a zijn er nog beschikbare kavels, daar zou ook nog zeker iets mee kunnen worden gedaan. Maandag 16 mei is er een aparte bijeenkomst over deze kavels in 1a.

  • Je blijft het hebben over alleen aanpassen in wat nog uitgegeven gaat worden, maar wat gebeurt er bij het deel van 1a wat al uitgegeven is?

In het besluitvormingsdocument wat nu opgesteld wordt, wordt toegelicht wat van toepassing kan zijn voor deelgebied 1, 1a en 1b. Dus we zullen daar bijv. stil staan bij bijvoorbeeld de spelregels van de doorwaadbare zone in 1a. Tegelijkertijd willen we ook de verwachtingen temperen. Maar het is dus wel iets waar we zeker naar gaan kijken.

  • Hoe kan je nu nog niet weten wat er gaat gebeuren in 1a, terwijl er in het najaar al een besluit wordt genomen?

We zijn nu hard aan het werk om al deze uitkomsten te verwerken. Datgene wat jullie hier zien is vers van de pers.

  • En hoe worden de allereerste bewoners van het gebied hierbij betrokken?

Wij zijn ons ervan bewust dat de inwoners van de Paradijsvogelbuurt de enquête niet hebben ontvangen. Wij zullen hier apart bij stil staan binnenkort.  

 

Onderdeel: Presentatie uitkomsten ontwerpend onderzoek

Vragen rond welke nadruk er wordt gelegd op landbouw, hoe de landbouw ingepast wordt en of de kaarten definitieve keuzes verbeelden.

  • Als landbouwer is mijn uitgangspunt dat dit de meest vruchtbare grond van Nederland is. Als ik dit hoor, denk ik dat het behoorlijk op de loer ligt dat we daar niet ten volle gebruik van maken. In het noordelijk deel waar de bodemdaling als uitdaging wordt gepresenteerd, is dat voor de landbouw met bijv. een pompje erbij geen probleem. Daarnaast wordt niet alles wat als stadslandbouw bedoeld is ook dusdanig ingevuld: van de huidige 800 ha zou 400 ha stadslandbouw moeten zijn, maar dat is voor een groot deel tuinen geworden. Ik vind het een goede aanzet om te kijken naar het gebied vanuit een grotere schaal, maar ik zou dat doortekenen tot aan het kleinste niveau. Dat is mijn pleidooi: in Almere hebben we al veel bos, maar doe dat op gronden die er geschikt voor zijn. De vruchtbare grond moet hier goed benut worden voor productieve landbouw.

Dus de vraag is: kan de landbouw meer functie krijgen? Vanuit het landschappelijk perspectief geantwoord: het verschil tussen het noordelijk en zuidelijk deel is groot. Meer droogmalen, versnelt het proces van inklinken. De richtlijn van het waterschap is dat niet te gaan doen. Dus een pompje neerzetten werkt niet meer in het kader van de klimaatadaptatie op de langere termijn.

  • Wij zijn als boeren continu aan het pompen, dat stelt niets voor, mensen uit de praktijk hebben het nakijken, mensen achter de bureau bepalen.

Ziet u kansen om te werken met nattere omstandigheden?

  • Ja, dat is zeker mogelijk.

Wij hebben in ieder geval zeker geprobeerd ruimte in te bouwen voor professionele boeren, bijv. met een herenboer opzet, zou er in elk polderblok ruimte moeten zijn voor een professionele boer. Daarnaast moet er uitwisseling tussen boer en bewoner zijn. Belangrijk is ook om te blijven bedenken dat dit een ontwerpend onderzoek is; een oefening om te bedenken wat je kan doen in deelgebied 2. Dit zijn allemaal mogelijke oplossingen en invullingen. Hieruit leggen wij keuzes voor aan het bestuur.

  • (Raadslid: ) In Zeewolde hebben we hier ook over gesproken. Het noordelijk deel ligt al lager dan het zuidelijk deel. Het is niet zozeer een verlies van landbouwgrond, maar wat mij vooral zorgen baart zijn de twee witte vlakken op de tekeningen op die plek: is dit de hyperconnectivity hub die vanuit de MRA hier graag geplaatst wordt?
  • (Ander raadslid: ) De witte vlakken zijn niet voor een hyperconnectivity hub

Of de hub er gaat komen of niet, ligt niet in onze handen. Dat is on hold gezet voor zover wij weten, houden wij dus ook geen rekening mee in onze planvorming.

  • Ik hoor zeggen dat verschillende schaalgroottes verschillende optimalisaties vragen. Ik stel de vraag: zou het niet makkelijker zijn als we zeggen er zijn verschillende wensen, velden, initiatiefgroottes, moet er niet gewoon een ander plan voor bijv. deel 2a en deel 2b komen? Kan je daarmee niet beter ontwikkelen voor elk type als je het opsplitst?

Ja verschillende schaalniveaus vragen verschillende aanpak en dus ook uitwerking.

  • Een van de ambities is dat Stadslandbouw een groene drager is van Oosterwold. Dus 10% van de dagelijkse levensbehoefte van een inwoner van Almere komt uit Oosterwold. Laat u dat idee los met de herenboer naast een ontwikkelaar in deelgebied 2?

Wat we mooi vinden is dat juist de professionele boer naast de individuele initiatiefnemer die stadslandbouw bedrijft kan bestaan.

  • Wat is jullie definitie van een herenboer?

Een herenboer verbouwt allerlei gewassen en is direct verbonden met een aantal huishoudens waar ze voor produceert. Dus een vaste afzetmarkt van bijv. 200 huishoudens in de buurt.

  • En daar bestaan voorbeelden van in Nederland?
  • Bij zo’n boer hoort een oppervlak van ongeveer 20 ha.

 

Onderdeel: Paneldiscussie

Vragen (vanuit het publiek) rond omgang met windmolens, inspraak van toekomstige bewoners bij gronden van ontwikkelaars en betaalbaar wonen.

  • Wat ik mis, is hoe gaan we om met alle windmolens? Is er nagedacht over het effect van de windmolens?

Ja, we kijken voor deelgebied 2 naar de slagschaduw contouren. Deze zijn wellicht beperkend voor wonen, maar bieden bijv. ook weer kansen voor andere functies op die plek. Bijv. stadslandbouw zou op die plekken mogelijk zijn.

  • En de lichtvervuiling van de windmolens?

Daar weet ik te weinig vanaf om er echt iets over te zeggen. Een collega van ons die woont in het gebied heeft wel verteld dat het een feest van lichtjes kan zijn. [noot: een agrariër/bestuurslid Windpark Zeewolde meldde na afloop dat de lichten over enkele jaren waarschijnlijk kunnen worden vervangen door transponders (zenders)

  • Wat vind jij vanuit de gebiedsorganisatie het belangrijkste om vast te houden in deelgebied 2?

De kracht en energie van particuliere initiatiefnemers. Als het ‘geweten van Oosterwold’ zou ik binnen het denken op de verschillende schaalniveaus willen waarborgen dat de individuele initiatiefnemer vrijheid blijft houden.

  • Wat maakt deel 2 anders?

Andere grondposities, ander groen, minder polderwegen, geen bosrand – terwijl mensen daar wel graag tegenaan willen wonen. Dus allerlei ruimtelijke condities die vragen  om het op een andere manier te doen. Met de lessen van de afgelopen 6 / 7 jaar zou je ook sommige dingen anders willen doen. Soms meer groepsgewijs, soms anders, soms meer geclusterd.

  • Zitten we dan niet al een beetje in de hoek van planologie, terwijl Oosterwold juist uitging van organisch?

De definitie van organisch ontwikkelen is te ontwikkelen zonder eindbeeld en met een faciliterende overheid. Juist in het nadenken in de schalen en structuren moet je ook dingen vastleggen in planologische kaders, maar daarbinnen kun je de ruimte geven aan de individuele initiatiefnemer die zelf een eindbeeld bepaald.

Wat misschien ook helpt om dit te schetsen: we hebben binnen het ontwerpend onderzoek dingen juist ver doorgedacht en dan vervolgens de vraag gesteld welk deel moet je echt vastleggen omdat het anders niet gebeurt en welk deel kun je ‘weggummen’ en qua invulling overlaten aan individuele initiatiefnemers.

  • In hoeverre is de participatiewet van toepassing op de ontwikkeling: als een groot deel van het gebied in eigendom van ontwikkelaars is, hoe werkt dat dan?
    Deze plannen zullen worden vastgelegd in bestemmingsplannen, etc. Daaraan is inspraak gekoppeld gefaciliteerd door de overheid. Hoe kan je de kopersparticipatie goed borgen? Die dialoog hebben we nu met ontwikkelaars opgestart.
  • Ik vind het Groene Wold qua uitstraling niet passen bij Oosterwold.

Wij horen dit vaker, de wijze van ontwikkelen past binnen de regels van OW, maar ook wij zien graag dat volgende ontwikkelingen meer aansluiten bij de ontwikkelfilosofie van OOsterwold. De intenties in de gesprekken die we voeren gaan over meer richting de ontwikkelfilosofie opschuiven.

  • (Ontwikkelaar van het Groene Wold): Het gaat in Oosterwold niet om mooi en lelijk. Als u kijkt naar de randen om het Groene Wold heen, we gaan daar een ruime doorwaadbare zone creëren. 50% van het programma is betaalbaar; middenhuur tot 1000 euro. Een deel is ook gekocht met NHG. Dus ik zie niet in dat het Groene Wold niet zou passen in het Oosterwoldse. Wat is het Oosterwoldse dan wel? Zeecontainers, etc. alles staatdoor elkaar. Dit past daar ook tussen.
  • Wat mij verbaast is dat mensen met een kleine portemonnee hier zouden moeten kunnen wonen, het Groene Wold is te duur. De intentie van Oosterwold was toch dat je met een kleine beurs hier zou kunnen worden?

Betaalbaar wonen is in deelgebied 2 erg belangrijk. Er gaan corporaties meekijken, maar er wordt ook gedacht vanuit initiatieven die een duurzaam initiatief op dit vlak willen neerleggen. Deze voorstellen, die in opdracht van de raad zijn opgehaald, gaan we terugleggen bij de raad. Sommige voorstellen kosten geld, daar moet ook een oplossing voor komen.

  • Het woord continuïteit kwam veel terug in het verhaal van het landschap: wat betekent dat nou eigenlijk precies? Ik krijg het gevoel dat je nu iets daarin mist?

De Eemvallei is een mooie schat die in de bodem ligt. Een overblijfsel van lang geleden. In de huidige plannen zou het tot stand kunnen komen met afzonderlijke landschapskavels. Maar het blijft lastig om vanuit particuliere initiatieven een doorlopende structuur te realiseren zoals een doorlopend fietspad.

  • Dat fietspad is er toch al?

Ja, maar in deelgebied 1 is dat stuk van het fietspad van SBB, in deelgebied 2 is dat gebied niet eigendom van één eigenaar.

  • Hoe komt het gebiedsteam vanuit meerdere oplossingen naar een voorzet?

Wat wij hier zien zijn bouwstenen. Hoe dingen zouden kunnen. Wij proberen nu met een groepje mensen al die bouwstenen bij elkaar te brengen en de keuzes bloot te leggen. We maken meerdere plannen en tonen de implicaties, ook wat je dus laat liggen. We leggen alles vast en delen dat ook met de raad. Zodat de raad ook kan putten uit alles wat opgehaald is. De oogst die wij in de afgelopen maanden hebben gekregen is veel rijker dan wat wij zouden kunnen bedenken vooraf. We willen dus ook het scala aan mogelijkheden laten zien.

Onderdeel: Vooruitblik ontwikkelvarianten

Vragen over mogelijkheden voor gezamenlijke uitgifte, inzetten van ervaringsdeskundigen, inzetten op de gemeenschapsvorming en hoe om te gaan met split van RVB en ontwikkelaarsgronden.

  • Jullie spraken eerder over een gezamenlijke uitgifte: in hoeverre zie je dat terug in de varianten?

In alle drie de varianten zou dat kunnen. Het zou een no-regret maatregel zijn om in ieder geval ervaring mee op te gaan doen. Daar zouden we met toestemming van bestuurders ook in deelgebied 1 snel mee willen starten.

  • Een klein groepje van ervaringsdeskundigen uit deelgebied 1 zou als adviesgroep voor de ontwikkelingsstrategie kunnen worden ingezet. Ik voel zoeken, belangen, … voor het borgen van het particulier initiatief zou dat met onze ervaring een toevoeging zijn.

Ik neem het graag mee. We zitten in een snelkookpanproces, maar misschien dat   wel in het proces in te passen is omdat we de bespreking in het BOO nu in twee stappen gaan doen.

  • Ik zie dat er drie varianten zijn die eenheidsworst zijn voor grote ontwikkelaars en kleine individuele initiatieven. Is er een differentiatie nodig: voor ontwikkelaar en initiatief? Is het niet beter om flexibiliteit in te bouwen voor zowel projectontwikkelaar en initiatiefnemer.

We zorgen in ieder geval dat er zowel rijks- als ontwikkelaarsgrond uit te geven is. Je kan nadenken waar je gaat starten: juist ergens waar ontwikkelaarsgronden liggen, of juist alleen gronden van het RVB.

  • Plaatje met de olievlek was interessant: waar zit leefbaarheid in deze opgave? Als het een zelfvoorzienende gemeenschap moet zijn, waar zit de gemeenschap? Wat is de kern van het dorp en de overeenkomst die je met elkaar sluit?

De varianten verschillen niet veel hierop, maar mooie suggestie om dit ook mee te nemen in de weging.

  • Je moet nadenken wat je maakt en wat je bindt, dus denk na wat je daar gaat neerzetten.

We hebben het in alle varianten over buurtschapjes van zo’n 50 woningen, deze zou je kunnen laten ontstaan rond thema’s zoals bijv. zorg of duurzaamheid.

  • Heeft de gemeente plannen voor actief grondbeleid (dus actief agrarische gronden aankopen)? Dat particuliere initiatief wat zo belangrijk wordt gevonden sneuvelt als je alleen bij de ontwikkeling toekijkt.

Het RVB heeft daar nu geen ruimte voor. De discussie speelt nu wel en zullen we voorleggen aan het bestuur.

2e Grote Oploop 42e Grote Oploop 5