In het voorjaar 2018 is onder initiatiefnemers onrust ontstaan over de fiscale belasting van gronden in Oosterwold. De gemeente Almere stelt dat de grondleveringen in Oosterwold niet belast zijn met btw. Een uiteenzetting over de bestaande regelingen:

Omzetbelasting en/of btw
De provincie Flevoland is ontstaan door drooglegging van delen van de voormalige Zuiderzee. Met de inpoldering is begonnen in de jaren veertig van de vorige eeuw. Opdrachtgever voor de inpoldering was de Rijksoverheid. De uitvoering heeft plaatsgevonden door private aannemers die aan de Rijksoverheid omzetbelasting en – na 1968 – btw in rekening hebben gebracht.

Vóór 1969 bestond er in Nederland volgens de Wet op de omzetbelasting 1954 géén aftrekrecht van omzetbelasting. Vanaf 1969 werd met inwerkingtreding van de Wet op de omzetbelasting 1968 btw in rekening gebracht die door de overheid niet in aftrek is gebracht. Hierdoor kan ‘oude’ omzetbelasting en/of btw drukken op de aanlegkosten van het nieuw vervaardigde land, voor zover die kosten voor rekening van de overheid zijn gekomen.

In de koopprijs die de gemeenten in Flevoland betalen is ‘onzichtbaar’ een bedrag aan ‘oude’ omzetbelasting en/of btw verdisconteerd. Die oude omzetbelasting en/of btw is voor de gemeenten niet aftrekbaar; de gemeenten hebben dus niet de mogelijkheid om de grondaankopen btw-vrij te maken.
1001-2018_05_02

Paragraaf 17.4 Toelichting Overgangsbeschikking Omzetbelasting1968
Bij de inwerkingtreding van de Wet op de omzetbelasting 1968 is een speciale overgangsregeling getroffen voor gemeenten. Deze overgangsregeling is relevant voor gemeenten die nog grond in voorraad hebben die per 1 januari 1969 geheel of gedeeltelijk bouwrijp is gemaakt. De gemeente Almere heeft deze gronden in voorraad. De regeling staat in paragraaf 17 lid 4 van de Toelichting Overgangsbeschikking Omzetbelasting 1968 (TOOB).

Op grond van de overgangsregeling kan een gemeente percelen grond vrij van omzetbelasting en van overdrachtsbelasting leveren als zij de omzetbelasting die aan haar in rekening is gebracht voor het bouwrijp maken van die grond niet in aftrek heeft genomen. Voorwaarde daarbij is dat de grond ten tijde van de levering (nog) niet als bedrijfsmiddel in gebruik is genomen. De overgangsregel kan ook van toepassing zijn op leveringen die volgen op de levering door de gemeente, mits de grond nog niet als bedrijfsmiddel is gebruikt. Het (tijdelijk) verpachten van de grond(en) voor agrarische doeleinden wordt niet gezien als een dergelijke ingebruikneming.

Analoge toepassing paragraaf 17.4 TOOB
Regelmatig draagt het Rijk ingepolderde gronden in eigendom over aan derden, waaronder de gemeenten en de provincie Flevoland. Een deel van die overgedragen gronden wordt gebruikt om te bebouwen. Sinds de wetswijzigingen op 1 januari 2017 worden percelen onbebouwde grond al snel gekwalificeerd als bouwterrein, zijnde onbebouwd maar bestemd om te worden bebouwd. Op het moment dat de gemeenten deze grond aankopen van het Rijk bevindt de grond zich vaak al in de staat van bouwterrein. Dat geldt ook voor de gronden in Oosterwold die de gemeente aankoopt van het Rijk en doorverkoopt aan initiatiefnemers.

De verkoop van de bouwterreinen aan derden, projectontwikkelaars, bedrijven of particulieren, dient in beginsel in de btw-heffing betrokken te worden. Als bij de overdracht van de bedoelde bouwterreinen btw in rekening moet worden gebracht ontstaat cumulatie van belastingen. In de kostprijs van de grond is tenslotte al ‘oude’ omzetbelasting en/of btw begrepen. Gemeenten in de provincie Flevoland hebben een afspraak gemaakt met de Belastingdienst om die ongewenste situatie tegen te gaan. Die afspraak houdt in dat wordt goedgekeurd dat naar analogie de regeling paragraaf 17.4 TOOB mag worden toegepast bij overdracht van gronden, die gemeente van het Rijk aankopen en/of hebben aangekocht van derden.

Conclusie van gemeente Almere
De gemeente Almere gaat er van uit dat de grondtransacties in Oosterwold niet extra hoeven te worden belast met btw of overdrachtsbelasting gezien de ontstaansgeschiedenis van Almere, de bedoeling van paragraaf 17.4 TOOB (voorkomen van cumulatie van belastingen) en de afspraken die in het verleden met de Belastingdienst daarover zijn gemaakt.