Gezien de levendige discussies in diverse werkgroepen en de vragen aan het gebiedsteam over de handhavingskoers in Oosterwold delen we – voor sommigen nogmaals – het adviesrapport van Andersson Elffers Felix (AEF) ‘Trouw aan de bedoeling’. De kern van dit advies is destijds overgenomen door de verantwoordelijk wethouder. Het advies is dus al 2 jaar oud, maar beschrijft nog steeds goed wat de kern van de huidige handhavingskoers in Oosterwold is. En vooral ook wat de overwegingen waren en zijn om het zo te doen. Het rapport zoomt in op 4 voor Oosterwold kenmerkende regels. Namelijk die voor bouwen (‘roodkavel’), kavelwegen, doorwaadbaarheid en stadslandbouw.
Bouwen en kavelwegen
Voor bouwen en kavelwegen is geconcludeerd dat de regels daarvoor al handhaafbaar zijn. En dat de capaciteit daarvoor bij de gemeente onvoldoende was. Dat heeft ertoe geleid dat er 2 handhavers zijn aangetrokken specifiek voor Oosterwold. De praktijk laat zien dat de meeste capaciteit gaat zitten in het handhaven op de bouwregels. Voor kavelwegen kijkt het gebiedsteam immers aan de voorkant mee als het gaat om de exacte ligging en de minimum eisen wat betreft de uitvoering. Dat gaat (vrijwel) altijd goed. Voor de bouwregels geeft dat een wat diffuser beeld: in de praktijk zijn er interpretatieverschillen, of verandert de oorspronkelijk vergunde situatie door, al dan niet vergunningsvrije uitbouwen of toevoegingen. En voor de goede orde: ook als door publiekrechtelijke handhaving onomstotelijk vaststaat dat iets niet past binnen de regels, is de eerste stap voor handhavers om dat te laten weten. Maar ook om aan de bewoner te vragen in overleg met gebiedsteam Oosterwold na te gaan wat er moet gebeuren om de ‘illegale situatie’ op te heffen. Het uitruilen van roodrechten of het laten opstellen van een revisietekening zijn dan mogelijke oplossingen.
Doorwaadbaarheid en stadslandbouw
Voor doorwaadbaarheid en stadslandbouw is duidelijk een andere keuze omarmd. Weliswaar handhaven waar het doel van doorwaadbaarheid of stadslandbouw evident wordt overschreden. Maar vooral eerst de bewoners de tijd geven om te komen tot nadere invulling hiervan. Deels om de praktische reden dat de aandacht van de meeste bewoners eerst uitgaat naar het afbouwen van het huis zelf. Deels omdat goede invullingen ook vaak afstemming vereisen met buren en bewoners op hetzelfde veld. En dat laatste kost nu eenmaal tijd.
De pilot doorwaadbaarheid op veld G is wat dat aangaat een goed voorbeeld. Het kost tijd om gezamenlijk te komen tot een coherent geheel aan verbindingsroutes. En in combinatie met het publieke groen kunnen de doorwaadbare zones ook gebruikt voor allerlei publieke (buurt) voorzieningen zoals speelplekken, trapveldjes, parkjes, parkeerplaatsen en honden uitlaat plekken. Bovendien zijn er in de pilot Veld G diverse aandachtspunten naar boven gekomen. Denk aan vragen over aansprakelijkheid of regels die mogelijk in de weg staan om andere openbare functies in doorwaadbare zones te creëren. Dit is dus het ‘huiswerk’ dat de gebiedsorganisatie en gemeente eerst gaan doen. En in de tussentijd hopen we natuurlijk op meer velden die gezamenlijk nadenken hoe verbindingsroutes en andere functies kunnen worden vormgegeven.
Ook voor stadslandbouw is meer tijd nodig om deze tot wasdom te laten komen. Dat geldt voor sommige individuele initiatiefnemers, maar ook voor de initiatieven die er juist op gericht zijn de stadslandbouw te stimuleren of juist te bundelen. Denk aan TuinMoes, Oogsterwold of de Coöperatie Stadslandbouw. En hoewel op maakoosterwold.nl al veel goede voorbeelden van stadslandbouw zijn te vinden, is wellicht meer nodig om te bepalen wat er onder valt. Vanuit die gedachte is proactieve handhaving nu nog niet aan de orde. Met uitzondering van overduidelijke gevallen waarin de stadslandbouwgrond bijvoorbeeld wordt gebruikt om te bouwen of parkeerplaatsen aan te leggen.
Daarmee is handhaving idealiter het sluitstuk in een fase waarin zowel stadslandbouw als doorwaadbaarheid nog veel meer invullingen krijgen, en samenwerkingsverbanden van bewoners en initiatiefnemers de tijd krijgen om dit vorm te geven.